Psalms 118:19-20

19Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den Heere loven.
 Doet mij Eene aanspraak aan de priesters en Levieten.
,
 de poorten der Dat is, de poorten des tabernakels en de heilige plaats, die daarom de poorten der gerechtigheid genoemd worden, omdat alleen de vromen en reinen daarin behoren te komen, gelijk blijkt in vs.20. David had geruime tijd in en bij den tabernakel niet mogen verschijnen, vluchtende voor Saul. Nu mocht hij weder daarin komen en in de vergadering der godzaligen verschijnen.
20Dit is de poort des Heeren, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan.
 poort des HEEREN, Of deze poort is des Heeren. Versta, de poort des tabernakels, den Heere geheiligd; een voorbeeld des Heeren Jezus Christus, die de poort der gerechtigheid is; en des hemels, in welken Hij is ingegaan.
Copyright information for DutSVVA