Psalms 127:2
2Het is te vergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden als in den slaap geeft. ▼▼ Het is tevergeefs Te weten, hetzij dat gij den zegen des Heeren hebt.
,
▼▼ vroeg opstaat, laat Te weten, om te arbeiden.
,
▼▼ opblijft, Hebr. zit; te weten om met arbeiden den kost te winnen.
,
▼
,
▼▼ Hij het Te weten, God.
,
▼
,
▼▼ als in den Anders: geeft Hij zijnen beminden den slaap. Alsof hij zeide: Al het woelen en zorgen zal den mens niet helpen zo hem de HEERE niet zegent; maar dien Hij bemint en zegent, die zal genoeg hebben en met gerustheid gaan slapen, zichzelven en de zijnen, na gedanen arbeid, God den Heere bevelende.
Copyright information for
DutSVVA