Psalms 132:3-5

3Zo ik in de tent mijns huizes inga, zo ik op de koets van mijn bed klimme!
 Zo ik in de tent Dat is, zekerlijk, ik zal in de tent van mijn huis niet ingaan; zie Psa 89:36 , en de aantekening bij Psa 95:11 .
,
 mijns huizes inga, Hetwelk David nieuw had laten bouwen. Zie 2Sa 5:9 ; 1Ch 14:1 , en 1Ch 15:1 . David wil zeggen: Ik zal in dat huis niet gaan om het te bewonen en daarin te slapen, totdat ik, enz. Zie vs.5.
,
 van mijn bed klimme Hebr. mijner bedden; dat is, van enige mijner bedden.
4Zo ik mijn ogen slaap geve, mijn oogleden sluimering;
 slaap geve, Dat is, slapen late.
5Totdat ik voor den Heere een plaats gevonden zal hebben, woningen voor den Machtige Jakobs!
 voor den HEERE Die zijne tegenwoordigheid openbaarde boven de ark en vandaar antwoord gaf. Zie Psa 43:3 .
,
 een plaats Zie van deze plaats 2Sa 6:17 ; 1Ch 16:1 .
,
 gevonden zal hebben, Dat is, bereid zal hebben, gelijk Act 7:46 .
,
 woningen Aldus spreekt de profeet in het getal van velen, omdat aan den tempel veel kamers en verblijfplaatsen waren.
,
 voor den Machtige Die op de ark des verbonds zit.
Copyright information for DutSVVA