Psalms 22:28-31

28[022:29] Want het koninkrijk is des Heeren, en Hij heerst onder de heidenen.
 is des Of, komt den Heere toe.
29[022:30] Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden.
 vetten Dat is, rijken, machtigen, gelijk Psa 78:31 . Isa 10:16 . Eze 34:20 . De zin is dat er van beiden, rijken en vermogenden, [gelijk Psa 45:13 ; Psa 72:10 . Isa 49:23 . enz.] ook armen en ellendigen onder de heidenen zullen zijn, die zich tot Christus zullen bekeren. Zie 1Co 1:26 . enz.
,
 in het Dat is, die slecht van conditie, òf in de uiterste vernederdheid, òf in nood zijn. Verg. Job.30:19. Psa 44:26 ; Psa 113:7 . Isa 29:4 ; Isa 47:1 . Lam 3:29 .
,
 ziel Die in doodsgevaar is, hetzij door hongersnood, krankte, vervolging, of anderzins, idem in zichzelven, vermits zijn zondigen staat, niet dan de dood verdiend heeft, en geen middel of macht heeft om zijne ziel te behouden, zal in deemoedigheid door geloof zijn troost in Christus zoeken en Hem aanhangen, als zijnde de enige toevlucht in alle lichamelijke en geestelijke noden.
30[022:31] Het zaad zal Hem dienen; het zal den Heere aangeschreven worden tot in geslachten.
 zaad Dat is, de kinderen en nakomelingen der gelovigen, of een zaad, Christus' zaad; zulks dat er altijd zijn zullen, die den Heere Christus zullen aannemen en dienen, die ook kinderen genoemd worden, die God aan Christus geeft, Heb 2:13 , uit Isa 8:18 . en zijn zaad, Isa 53:10 .
,
 aangeschreven Of toegerekend worden; dat is, opgeschreven en gerekend onder Christus' volk en kerk. Verg. Psa 87:4-6 .
,
 tot in Anders, tot een geslacht; dat is, tot, of voor een volk des Heeren. Verg. Psa 14:5 . God is bij het geslacht der rechtvaardigen, of het rechtvaardig geslacht; dat is, volk. Zie ook onder Psa 24:6 ; Psa 73:15 . Verg. Mat 12:39 . Act 2:40 .
31[022:32] Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke, dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft.
 zijn Door het Evangelie geopenbaard. Zie Rom 3:21-22 . enz; Phi 3:9 . Of, zijne gerechtigheid; dat is, zijne trouw en waarheid in het houden zijner beloften van de beroeping der heidenen.
,
 geboren Of geboren zal worden; dat is, hunne kinderen en nakomelingen, die na hun dood een volk Gods zullen uitmaken en door Gods Geest wedergeboren worden.
,
 het gedaan Dit wonderwerk der genade, deze gerechtigheid en zaligheid alleen bereid, gewrocht en uitgevoerd. Anders, omdat Hij [het (te weten) volk] gemaakt heeft; gelijk Psa 100:3 . Hij heeft ons gemaakt [ en niet wij ] zijn volk, en schapen zijner weide.
Copyright information for DutSVVA