Psalms 27:2
2Als de bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden tegen mij, tot mij naderden, om mijn vlees te eten, stieten zij zelven aan, en vielen. ▼▼ tegen mij, Dit bijvoegsel: tegen mij, dient om de uiterste vijandelijkheid zijner vijanden uit te drukken; gelijk het daarentegen een anderen nadruk heeft, waar David zegt,
2Sa 22:2 , God is mij, of voor mij, mijn bevrijder.
,
▼▼ naderden Om mij te bestrijden.
,
▼▼ vlees Als wrede wilde beesten mij te verscheuren en verslinden. Verg.
Deu 31:17 .