Psalms 3:7

7[03:8] Sta op, Heere, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken.
 Sta op, Menselijk van God gesproken; gelijk men tot mensen, die stilzitten en de hand niet aan het werk slaan, pleegt te zeggen: Staat op, aanvaardt het werk. Alzo bidt David dat God het werk zijner verlossing bij de hand neme.
,
 al mijn vijanden Die mij tevoren onrechtvaardig hebben vervolgd, hebt Gij openlijk te schande gemaakt; doe nu evenzo aan dezen. Verg. Job 16:10 .
,
 tanden Zie Job 29:17 .
Copyright information for DutSVVA