Psalms 31:21

21[031:22] Geloofd zij de Heere, want Hij heeft Zijn goedertierenheid aan mij wonderlijk gemaakt, mij voerende als in een vaste stad.
 Geloofd Hebr. gezegend.
,
  gemaakt, Dat is, op een wonderbare wijze aan mij bewezen. Verg. Psa 4:4 ; zie het tegendeel Deu 28:59 .
,
 vaste stad Hebr. stad der vastigheid; hij wil zeggen dat God hem zowel bewaard heeft in het open veld, waar hij omsingeld scheen te wezen en niet te kunnen ontkomen, alsof hij in een sterke vaste stad geweest ware.
Copyright information for DutSVVA