Psalms 37:31
31De wet zijns Gods is in zijn hart; zijn gangen zullen niet slibberen. ▼ , ▼▼ zullen Hebr. zal niet waggelen, of slibberen; dat is, niet een zijner gangen zal slibberen of wankelen; dat is, hij zal voor misval en verderf, of voor afval van Gods wet behoed worden. Verg. het volgende en voorgaande. vs.30, en vs.32.
Copyright information for
DutSVVA