Psalms 37:8

8

He

. Laat af van toorn, en verlaat de grimmigheid; ontsteek u niet, immers niet, om kwaad te doen.
 kwaad Dat is, alzo dat gij u zoudt vergrijpen met twijfeling aan Gods voorzienigheid en trouw, of met alval, dat gij der goddelozen exempel zoudt begeren te volgen, omdat bij hen alles voor den wind schijnt te zijn. Zie Psa 125:3 .
Copyright information for DutSVVA