‏ Psalms 4:4

4[04:5] Zijt beroerd, en zondigt niet; spreekt in ulieder hart op uw leger, en zijt stil. Sela.
 Zijt beroerd, Alsof hij zeide: Zo gij u vertoornt of onstelt, òf over mijne verkiezing tot het koninkrijk, òf dat de zaken in het land kwalijk gaan, vergrijpt u daarom niet tegen mij, maar bekeert u en verzoent u met God; of, zijt beroerd; te weten door vrees van Gods zwaren toorn, dien gij op u laadt, en vaart niet voort in het zondigen.
,
 spreekt Dat is, denkt, overpeinst bij uzelven, [verg. Psa 14:1 , en Psa 35:25 ; Mat 24:48 ; Rom 10:6 , Rev 18:7 ] , overwegende uw doen, oordelende uzelven.
,
 zijt stil Laat af van mij te vervolgen.
Copyright information for DutSVVA