Psalms 40:12

12[040:13] Want kwaden, tot zonder getal toe, hebben mij omgeven; mijn ongerechtigheden hebben mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij zijn menigvuldiger dan de haren mijns hoofds, en mijn hart heeft mij verlaten.
 kwaden Dat is, zwarigheden, ellenden; alzo vs.15.
,
 ongerechtigheden Indien men dit van de zonden verstaat, zo spreekt David dit voor zichzelven en niet van den Heere Christus, die het onbevlekte Lam Gods en zonder zonde geweest is; hoewel hij anderzins voor onze zonden als borg heeft willen betalen, 2Co 5:21 . en hare straf dragen, Isa 53:5-6 , Isa 53:8 , Isa 53:10-11 . gelijk men het woord ongerechtigheden hier ook kan nemen voor straffen der ongerechtigheden. Zie Psa 31:11 . Alzo is het voorgaande woord kwaden ook genomen voor het kwaad der straf, dat is lijden, ellende, enz.
,
 dat ik Anders, en ik heb haar niet kunnen overzien; te weten, vanwege de menigte.
,
 verlaten Verg. Psa 38:11 .
Copyright information for DutSVVA