Psalms 42:2-3
2[042:3] Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen? ▼ , ▼ 3[042:4] Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? ▼ , ▼▼ Waar Dat is, waar is nu de hulp van uwen God, op wien gij u verlaten hebt? alzo onder, vs.11. enz.
Copyright information for
DutSVVA