Psalms 46:2

2[046:3] Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën;
 de aarde Of, al veranderde Hij [te weten, God] de aarde [van plaats]. Door deze figuurlijke redenen wordt afgemaald het schrikkelijk gewoel en geraas der vijanden van Gods kerk, die Hij wel toelaat gruwelijk en geweldiglijk te razen, alsof zij alles zouden bederven en verslinden, maar behoudt ondertussen zijn kerk wonderbaarlijk, boven mening en tegen dank hunner vijanden.
,
 hart Dat is, in het midden. Zie Exo 15:8 , en Deu 4:11 .
Copyright information for DutSVVA