Psalms 48:5-6

5[048:6] Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.
 koningen Gelijk geschied is ten tijde van Josafat, 2Ch 20 . Sommigen passen het op de historie van Sanherib; 2Ki 18 .
6[048:7] Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende vrouw.
 Gelijk Dat is, hoe meer zij toezagen, hoe meer zij zich verwonderen. Alzo kan deze manier van spreken aangevuld worden uit Exo 1:12 ; Hos 4:7 ; de letter Caf, of, Cascher [dat is, gelijk ] wordt ook alzo in den Hebr. tekst uitgelaten; Hos 11:2 . Zie aldaar.
Copyright information for DutSVVA