Psalms 50:7

7Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; Israël! en Ik zal onder u betuigen; Ik, God, ben uw God.
 betuigen Ik zal u ernstiglijk voorhouden en verklaren den rechten inhoud des verbonds, dat Ik met u opgericht heb. Of, Ik zal tegen u betuigen; dat is, u met ernst overtuigen dat gij mijn verbond overtreedt. Beide doet God in dezen psalm, eensdeels opscherpende de vromen, anderdeels de goddelozen huichelaars overtuigende en scherpelijk dreigende als verbondbrekers; en de Hebr. manier van spreken wordt in beide betekenissen gebruikt.
,
 uw God Of, Ik [ben] God, uw God. Zie Gen 17:7 . Dit is de inhoud des verbonds van Gods zijde. Van zijns volks plicht spreekt God in het volgende.
Copyright information for DutSVVA