Psalms 60:2

2[060:4] Gij hebt het land geschud, Gij hebt het gespleten; genees zijn breuken, want het wankelt.
 verstoten, Dit ziet op de nederlagen en verwoestingen, die Israël geleden had, zo ten tijde als Saul met zijne zonen en het ganse heirleger verslagen was van de Filistijnen, [zie 1Sa 31:6-7 ] , als op den gevolgden langen inlandsen krijg tussen het huis van Saul en David, 2Sa 3:1 ; idem de voorgaande ellende, die Israël dikwijls overkomen waren in de laatste tijden der richters, Jdg 13:1 , en Jdg 15:11 ; 1Sa 4:2 , 1Sa 4:10-11 , en 1Sa 13:19 .
,
 keer Of, Gij zult weder tot ons keren. Dezen troost kon David scheppen uit de victorie, die God bereids verleend had tegen de Syriërs, en voorts uit de oorzaak onder vs.8 verhaald.
Copyright information for DutSVVA