Psalms 62:1

1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. [062:2] Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.
 Jedúthun Dat is, het geslacht en de orde van Jeduthun, of aan Jeduthun, als zijnde een opperzangmeester, gelijk Psa 39:1 . Zie aldaar.
,
 Immers Of, nochtans, evenwel is mijne ziel zwijgende, of, mijne ziel zwijgt Gode, voor God; alsof hij zeide: Het ga hoe het gaat, ik zal niet laten in gebeden, geduld en vertrouwen Gods heil en hulp te verwachten; niettegenstaande Hij mij schijnt te verlaten, dewijl mijne vijanden mij zo bitterlijk steeds vervolgen. Verg. Psa 37:7 , en onder vs.6; aldus breekt David uit met woorden van vertrouwen, nadat hij in zijn gemoed een groten strijd gehad had. Verg. Psa 73:1 , enz.
Copyright information for DutSVVA