Psalms 62:4
4[062:5] Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela. ▼▼ hem Mij, David, dien God tot de koninklijke hoogheid verkoren en gezalfd heeft.
,
▼▼ hun Hebr. zijnen; dat is, elkeen van hen doet zo.
,
▼
,
▼▼ binnenste Dat is hun hart.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA