Psalms 68:18

18[068:19] Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o Heere God!
 Gij God is wel grotelijks verhoogd door de victoriën, die Hij zijn volk Israël in Kanaän veleend heeft, maar dat dit eigenlijk ziet op de victorie onzes Heere Jezus Christus, die al zijne en onze geestelijke vijanden overwonnen en in zijne hemelvaart gelijk in triomf gevankelijk gevoerd heeft, en [gelijk na de victorie placht te geschieden] uit zijn troon overvloed van allerlei gaven heeft uitgedeeld in zijne kerk, zelfs aan de ongelovigen, tot hunne bekering en inlijving in Gods kerk, daarvan betuigt de apostel, Eph 4:8 , enz.
,
 gevangenis Dat is, gevangenen. Zie Num 31:12 .
,
 om uit te delen Of, [om te geven.] Van zulk gebruik des woords nemen, zie Gen 12:15 , en Hos 14:3 , idem Eph 4:8 , alwaar de apostel deze woorden aanhaalt, en voor genomen, gegeven gebruikt.
,
 wederhorigen Dat is, ongelovigen. Versta, hebt Gij gevangen genomen onder uwe gehoorzaamheid. Verg. 2Co 10:5 . Of, [onder] de wederhorigen; te weten, deelt Gij gaven uit.
,
 om Dat is opdat zij in uw kerk zouden wonen. Anders, om [in hen] te wonen; opdat Gij door uwen Geest in hen zoudt wonen. Andrs: om te wonen bij den HEERE God. Versta, de vereniging der Joden en heidenen door een geloof in Christus.
Copyright information for DutSVVA