Psalms 73:4
4Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. ▼▼ banden Of, knopen; dat is, zij hebben gene kwellingen van krankten en lichamelijke zwakheden, waardoor de mens als gebonden en belet wordt in zijn handel en wandel. Sommigen houden het voor ene gelijkenis, genomen van de grove sterke draden, die in het weven effen en onverbroken aflopen, zodat men ze niet behoeft te knopen of te binden. Alzo loopt het leven van vele goddelozen effen door, zonder grote strubbeling, tegenstoot of hindernis.
,
▼
,
▼▼ fris Dat is, lustig, gezond zijn zij. [Zie Job 21:23-24 ] . Hebr. vet, gezond. Anders, hun portaal is sterk.
Copyright information for
DutSVVA