Psalms 78:52-54

52En Hij voerde Zijn volk als schapen, en leidde hen, als een kudde, in de woestijn. 53Ja, Hij leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; want de zee had hun vijanden overdekt.
 zee De Schelfzee, de Rode zee.
54En Hij bracht hen tot de landpale Zijner heiligheid, tot dezen berg, dien Zijn rechterhand verkregen heeft.
 landpale Te weten, Kanaän. verg Exo 15:13 , Exo 15:17 . Dat is, zijn heilige landpale. Of, de landpale van zijn heiligdom.
,
 berg, Namelijk Zion, gelijk vs.68. Anders, dit gebergte, verstaande het Joodse land, dat met bergen omsingeld was.
Copyright information for DutSVVA