Psalms 78:60-61

60Dies verliet Hij den tabernakel te Silo, de tent, die Hij tot een woning gesteld had onder de mensen.
 Silo, Zie 1Sa 4:4 , 1Sa 4:11 ; Jer 7:14 , en Jer 26:6 , Jer 26:9 .
,
 mensen De Israëlieten, die hier slechts mensen genoemd worden om uit te drukken de grote genade Gods, dat Hij onder ellendige mensen zijne woning opricht.
61En Hij gaf Zijn sterkte in de gevangenis, en Zijn heerlijkheid in de hand des wederpartijders.
 sterkte Dat is, de ark des verbonds, bij welke God zijne hulp en macht voor zijn volk betoonde; zie 2Ch 6:41 ; Psa 132:5 , Psa 132:8 ; deze werd hier ook genoemd de heerlijkheid, of eerlijkheid, sierlijkheid Gods, gelijk 1Sa 4:21 . Sommigen verstaan door zijne sterkte de sterke mannen en helden van Gods volk.
,
 wederpartijders Te weten, der Filistijnen; 1Sa 4:11 .
Copyright information for DutSVVA