Psalms 80:10

10[080:11] De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods.
 bereid Dat is, Gij hebt de Kanaänieten voor hun aangezicht uitgestoten en verdreven; Exo 23:28 ; Jos 24:12 . Zie de aantekeningen bij Gen 24:31 , aangaande de betekenis van het Hebr. woord, hetwelk eigenlijk betekent uitzuiveren, reinigen, uitkeren.
,
 doen Dat is, diep en vast in de aarde doen wassen.
,
 vervuld Te weten, met zijne ranken.
Copyright information for DutSVVA