Psalms 89:40
40
[089:41] Gij hebt al zijn
muren
doorgebroken
; Gij hebt zijn
vestingen
nedergeworpen
.
▼
▼
zijn muren
Te weten, des konings; versta de muren van de stad Jeruzalem. Zie
2Ki 25:10
,
2Ki 25:13
;
Psa 80:13
.
,
▼
▼
nedergeworpen
Of, vermorzeld. Hebr. tot vermorzeling gesteld.
Copyright information for
DutSVVA