Psalms 9:5

5[09:6] Gij hebt de heidenen gescholden, den goddeloze verdaan, hun naam uitgedelgd, tot in eeuwigheid en altoos.
 gescholden, Gelijk de mensen met kijven en schelden hun toorn bewijzen, alzo is Gods schelden zoveel als zijn toorn openbaren en bewijzen, hetwelk gemeenlijk vergezelschapt is met den vloek en ondergang zijner vijanden, verg. Psa 18:15-16 , en Psa 68:31 , en Psa 76:7 , en Psa 80:17 , en Psa 119:21 ; Zec 3:2 ; Jud 1:9 en grote benauwdheid zijns volks. Zie Psa 80:17 . Anders, verdorven, vernield, uitgeroeid.
Copyright information for DutSVVA