Psalms 94:16

16Wie zal voor mij staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid?
 staan tegen Te weten, om mij te helpen. Alsof hij zeggen wilde: Niemand onder de mensen; maar het zal God de Heere zijn. Zie Est 8:11 ; de psalmist klaagt dat hij van zijne vrienden in den nood is verlaten geweest.
Copyright information for DutSVVA