Psalms 99:6

6Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters, en Samuël onder de aanroepers Zijns Naams; zij riepen tot den Heere, en Hij verhoorde hen.
 Mozes Alsof hij zeide: Gij zult niet tevergeefs, voor den Heere nedervallende, Hem aanroepen, want immers heeft Hij zijn getrouwe dienaars verhoord; alzo zal Hij ulieden mede doen, vooral nadat de ware Priesters en voorspraak Christus persoonlijk zal verschenen zijn. Mozes wordt onder de priesters gesteld, omdat hij voor het volk placht te bidden en ook geofferd heeft, hoewel hij daarna geen gewoon priester gebleven is. Zie Exo 29:11 , Exo 29:16 ; Jer 15:1 .
,
 zijn priesters, Of, oversten, prinsen. Hebr. cohen. Zie de aantekening bij Gen 41:45 .
,
 zij riepen Te weten, Mozes en Aäron, gelijk er geschreven staat Exo 32:11 , enz.; Num 14:13 , Num 14:17 ,Num 14:19 , en Num 16:22 , Num 16:42 , Num 16:46 , en 1Sa 7:9 , en 1Sa 12:19 , 1Sa 12:23 ; Jer 15:1 .
Copyright information for DutSVVA