Revelation of John 1:4

4Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azië zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn;
 aan de Namelijk die vs.11 met name worden uitgedrukt, die van Paulus wel eerst waren gesticht, maar van Johannes daarna, als de langstlevende van al de apostelen opgebouwd en meer bevestigd zijn, gelijk al de oude geschiedenissen getuigen, dat hij te Efeze is gestorven. Doch onder deze zeven gemeenten worden alle andere gemeenten van Christus verstaan, daar enige van die gemeenten, niet zeer lang na den tijd van den apostel Johannes, vergaan of verstrooid zijn; gelijk daarom ook in het besluit van elken brief daarbij wordt gevoegd: Wie oren heeft om te horen, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.
,
 die in Hij bedoelt Klein-Azië, nu Anatolië of Natolië genoemd, waarin deze steden alle lagen.
,
 van Hem Hierdoor wordt de eeuwige en onveranderlijke godheid van den Vader verstaan, en drukt de apostel hiermede uit den naam van Ehejeh, dat is: Ik zal zijn, die God Zichzelf geeft, Exo 3:14, en den naam Jehova, waarmee de zelfswezige en onveranderlijke God alom in het Oude Testament wordt genaamd.
,
 de zeven geesten Sommigen verstaan hierdoor de zeven engelen, waarvan meermalen in dit boek gewag gemaakt wordt, die hier nevens God in dezen wens van genade en vrede zouden gesteld zijn, als werktuigen Gods en middelen, waardoor God Zijne gemeenten beschut, en Zijn genade menigmalen bewijst, gelijk Paulus 1Ti 5:21; Timotheüs betuigt voor God en Zijn uitverkorene engelen. Doch daar in dezen wens de genade en vrede van deze zeven geesten wordt gebeden met dezelfde woorden, waarmede deze van God, en daarna van Christus wordt gebeden, welke geen enkel schepsel kan gegeven worden, Isa 42:8; Jam 1:17, zo moet hier door deze zeven geesten verstaan worden de Heilige Geest, die ook een gever is van deze Evangelische genade en vrede, 2Co 13:13, en daarom zeven geesten genoemd wordt, omdat Hij Zijn gaven in deze zeven gemeenten zo volkomen uitstort, alsof Hij zovele geesten ware; en wordt deze verklaring ook daaruit bewezen, dat deze zeven geesten nergens worden geteld onder degenen, die God of het Lam aanbidden, gelijk wel de vier dieren, de vier en twintig Ouderlingen, met al de scharen der heilige
,
 de zeven geesten engelen hier doen; gelijk ook daaruit, dat deze zeven geesten uitdrukkelijk worden genoemd, Rev 4:5, zeven lampen van vuur brandende voor den troon; dat is, de velerlei wijsheid en gaven van den Heiligen Geest, die den troon Gods bijzonder verlichten en versieren; gelijk ook Rev 5:6, de hoornen en ogen; dat is, de macht en wijsheid van het Lam; en dat zij hier in een graad worden gesteld tussen God en tussen Christus. Doch hier wordt de Heilige Geest met Zijn gaven tussen de Vader en Christus gesteld, omdat de apostel van de weldaden en eigenschappen van Christus in het vervolg nog meer wil spreken.
Copyright information for DutSVVA