Revelation of John 1:8

8Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.
 Alfa Deze wijze van spreken is genomen uit het Griekse A. B., in welke taal Johannes hier schrijft, waar de A., door hen genoemd Alpha, de eerste, en de grote O, door hen genoemd Omega, de laatste letter is, gelijk in den tekst ook wordt verklaard.
,
 het begin Namelijk van alle dingen, hetwelk van God gezegd wordt, niet alleen omdat Hij van eeuwigheid vóór alle schepselen geweest is, en, al is het dat de schepselen veranderen of vergaan, Hij evenwel altijd dezelfde blijft. Heb 1:11-12; maar ook omdat Hij de oorsprong en het einde is van allen, daar alle dingen van Hem en tot Zijn eer zijn; Pro 16:4; Rom 11:36. Zie ook Isa 41:4, en Isa 44:6.
,
 de Heere, Namelijk Christus, die zich hier aan Johannes openbaart, en van wien in vs.7 is gesproken; wien als den enigen God met den Vader, deze eigenschappen ook hierna vs.11, 17, en Rev 22:13, uitdrukkelijk worden toegeschreven.
Copyright information for DutSVVA