Revelation of John 18:2

2En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte;
 Zij is gevallen, zij Deze woorden zijn ook gesproken door een engel, Rev 14:8; maar worden daar verstaan van het begin van den val van dit grote Babylon in de harten van velen in de wereld, gelijk daar is aangetekend; hetwelk nu langen tijd is begonnen te geschieden, en nog dagelijks geschiedt. Maar hier worden zij verstaan van de uiterste uitroeiïng van den troon van dit beest, of van dit grote Roomse Babylon. En deze woorden zijn genomen uit Isa 21:9, en Jer 51:8; welke woorden daar meer dan honderd jaar voor de uitroeiïng van de stad en het rijk van het Assyrische Babylon door de profeten zijn voorzegd, en daarna volbracht.
,
 een woonstede der Namelijk welke in eenzame en woeste plaatsen met het onreine gevogelte meest zich onthouden, gelijk de ervaring en Christus zelf betuigt, Mat 12:43, waar zij door Gods voorzienigheid worden gehouden als in een bewaring, totdat God in Zijn rechtvaardig oordeel hun den toom loslaat, om de mensen opnieuw te verzoeken; en dergelijke woorden worden ook gebruikt van de verwoesting van het Assyrische Babylon; Isa 13:21-22; Jer 50:39, enz.
Copyright information for DutSVVA