Revelation of John 2:9

9Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede ( doch gij zijt rijk), en de lastering dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans.
 armoede Namelijk door de beroving van uwe goederen in de verdrukking.
,
 rijk Namelijk naar den geest, of naar de geestelijke en hemelse goederen, die geen vervolgers kunnen ontnemen; Mat 6:19.
,
 de lastering Namelijk waarmede zij Christus als een verleider, en Zijn gemeente als vijanden der wet, afvalligen van Mozes en als oproermakers lasteren; gelijk doorgaans in het Evangelie en in de Handelingen der Apostelen voorkomt, en zij onder dezen dekmantel de christenen vervolgden. Zie Act 13:50, en Act 14:2, en elders.
,
 zeggen Dat is, roemen dat zij Joden zijn en dienvolgens Gods volk en ijveraars voor de wet; Rom 2:17, enz.
,
 zijn het Dat is, zijn geen rechte Joden, noch Abrahams kinderen, gelijk zij roemen, maar zijn kinderen des duivels, wiens werken zij navolgen; Joh 8:39, enz.
,
 een synagoge Dat is, vergadering. Daar de Joden hun vergaderingen of gemeenten synagogen noemden, zo gebruikt daarom de Evangelist dit woord.
Copyright information for DutSVVA