Revelation of John 20:12-13
12En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. ▼ , ▼ , ▼▼ de boeken werden Namelijk der alwetendheid en voorzienigheid Gods, waarin ongetekend staat al het doen en laten der mensen. Zie degelijke Dan 7:10; Mal 3:16; en is een gelijkenis, genomen van het gericht der mensen, en handelingen onder grote prinsen, waar notitie of kennis wordt gehouden van alles. Zie Est 6:1. Anderen verstaan het van de boeken des gewetens van een ieder; hetwelk ook waar is, daar die zichzelf ook zal beschuldigen of ontschuldigen in dien dag. Zie Rom 2:15-16.
,
▼
,
▼ 13En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. ▼▼ de dood en Door het woord hel, wordt door velen verstaan het graf, en door het woord dood, alle andere plaatsen, waar de dode lichamen verstrooid zouden mogen zijn; gelijk het vuur, de lucht, de vogelen en wreed gedierte vele lichamen hebben verslonden, die allen door Gods macht tevoorschijn gebracht zullen worden, waar zij ook zouden mogen zijn. Want, die alles uit niet heeft geschapen, zal ook gemakkelijk uit al de elementen der wereld de lichamen bijeen kunnen vergaderen, die ooit in de wereld zijn geweest.
,
▼▼ de hel gaven de Of het graf.
Copyright information for
DutSVVA