Revelation of John 3:20

20Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.
 Ik sta aan de deur Deze plaats schijnt genomen uit het Hooglied van Salomo, Son 5:2, waar dergelijk kloppen van den bruidegom Christus aan de deur van Zijn slaperige bruid beschreven wordt; en daardoor wordt verstaan het geestelijk aanmanen van Christus, aan de deur van ons geweten, door Zijn Woord en Geest, om ons uit onze zonden en slaperigheid op te wekken, en Zijn vermaning bij ons plaats te doen hebben.
,
 indien iemand mijn stem Dit wordt niet gesteld in den vrijen wil des mensen, maar deze vermaning is een middel waardoor Christus de deur van onze harten opent, dewijl hij hier spreekt tot leden van Zijn gemeente, waarvan velen reeds den Geest van Christus deelachtig waren, welke gave door zulke vermaningen meer en meer verwekt wordt, gelijk Paulus tot Timotheüs spreekt, 2Ti 1:6-7; want niemand komt tot Christus dan die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, dien de Vader trekt en dien het van den Vader gegeven is, Joh 6:44-45, Joh 6:65. Zodat niemand voor Christus' vermaningen zijn hart open doet, dan dien God zelf het hart eerst opent om op Zijn Woord acht te nemen, gelijk David bidt, Psa 119:18, en van Lydia betuigd wordt, Act 16:14, en van alle gelovigen, Phi 2:13.
,
 avondmaal houden, Dat is, mij met hem door mijn Geest meer en meer te verenigen, en mijn genade en gunst tot zijn troost en versterking hem meer en meer doen gevoelen; Joh 14:21, Joh 14:23, en hiernamaals hem de eeuwige vreugde doen genieten, die ook bij het aanzitten aan een rijke tafel wordt vergeleken; Mat 8:11, en Luk 14:15.
Copyright information for DutSVVA