Revelation of John 5:8

8En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen.
 genomen had, Namelijk om de zegelen daarvan te openen en hetgeen daarin begrepen was te openbaren, gelijk Rev 6:1, en vervolgens tot het einde van deze openbaring.
,
 vielen de vier dieren en de vier en twintig Gelijk zij hiervoor, Rev 4:10, voor degene die op den troon zat hadden gedaan, waarmee zij bewijzen, dat zij Hem ook erkennen voor den enigen en waarachtigen God, van één wezen en heerlijkheid met den Vader, gelijk de engelen en alle andere schepselen, in het volgende Hem ook dezelfde eer geven, die zij Gode den Vader geven.
,
 citeren en gouden fiolen, Namelijk gelijk de priesters en levieten in den tempel plachten te gebruiken. Van de citers, als instrumenten van muziek, waarmee zij hun harten verhieven en God loofden, is alom te lezen in de psalmen van David. Van de fiolen, schalen of kruiken van reukwerk, zie 2Ch 4:22; Zec 14:20; door welk reukwerk, de gebeden, die tot God opklommen en Hem in Christus aangenaam waren, werden betekend, gelijk te zien is Psa 141:2.
,
 welke zijn de gebeden der heiligen Dat is, welke betekenen de gebeden der heiligen; en wordt hier gezien op de wijze van doen in het Oude Testament. Want gelijk de priesters dagelijks en de hogepriester eens in het jaar het reukwerk, gevoegd met het bloed der offeranden, Lev 16:13; Heb 9:4, enz., voor God offerden, om te kennen te geven, dat zij als voorgangers der gemeente, en te zamen met de gemeente van het Oude Testament, hun gebeden en dankzeggingen tot God brachten, zo wordt ook hier afgebeeld, dat de voorgangers der gemeente, zo van het Oude als van het Nieuwe Testament, in de triomferende Kerk in den hemel ook gezamenlijk hun gebeden en dankzeggingen in Christus voor Gods troon brengen, gelijk met deze vier dieren en vier en twintig ouderlingen ook alle andere heiligen in den hemel hier verstaan worden, naar den inhoud van den lofzang, die in vs.9 wordt uitgedrukt en nader verklaard Rev 6:10, en Rev 7:9-10, Rev 7:15, en Rev 8:3.
Copyright information for DutSVVA