Revelation of John 8:3-4

3En er kwam een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller heiligen zou leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is.
 een andere engel, en stond Namelijk van een andere natuur, die hier tussenbeiden is gekomen eer de andere zeven hebben gebazuind; en door dezen engel wordt hier noodwendig Christus onze Middelaar verstaan, de engel des verbonds en het aanschijn Gods, Isa 63:9, en Mal 3:1; die alleen de priester des hemels is, en onze gebeden met het reukwerk Zijner verdiensten, op het gouden altaar, dat is, op zichzelf Gode tot een aangenamen reuk offert en voordraagt, gelijk betuigd wordt Rom 8:34; Eph 5:2; Heb 4:14, en Heb 9:24, en Heb 13:10, Heb 13:15; 1Jo 2:1.
,
 gegeven, opdat hij het met Namelijk van God Zijn Vader, dewijl Hij Hem tot een Middelaar heeft gesteld.
,
 de gebeden aller heiligen Grieks zou geven de gebeden. Dit verstaan enigen van de gebeden aller gelovigen op aarde, die gedurig tot God roepen en zuchten, dat Zijn rijk kome, en dat Hij hen verlosse van den boze. Anderen verstaan dit van de gebeden der martelaars in het bijzonder, waarvan hiervoor is gesproken, Rev 6:10; doch kan wel van al de gebeden der kinderen Gods in het algemeen verstaan worden.
4En de rook des reukwerks, met de gebeden der heiligen, ging op van de hand des engels voor God.
 met de gebeden der heiligen, Of gelegd bij de gebeden.
,
 ging op van de hand Namelijk om van den Vader verhoord te worden; waarna de volgende oordelen Gods, als een vrucht dezer verhoring zouden volgen. Zie Act 10:4.
Copyright information for DutSVVA