Romans 1:24

24Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;
 Daarom heeft God Namelijk om deze afgoderij en de ontering, die zij God daarmede aandeden. Zie Psa 106:20 ; Isa 40:17-18 .
,
 overgegeven Dat is, die hun kwade begeerten niet ingetoomd, maar hun gang hebben laten gaan, Psa 81:13 ; Act 14:16 , en zich door Zijn rechtvaardig oordeel van Zijne gaven, die zij verachtten en misbruikten, meer en meer ontbloten, Mat 25:28 , en hen verlatende den Satan overgegeven, die hen tot alle boosheid verzoekt en verleidt; 1Sa 16:15 ; Mat 6:13 .
,
 in de begeerlijkheden hunner harten In vs.26 wordt hetzelfde gezegd, tot oneerlijke bewegingen; niet dat God zulke oneerlijke begeerlijkheden of bewegingen werkt, want die zijn uit God niet; Jam 1:13 ; 1Jo 2:16 ; zie hiervan breder de voorgaande 59 aantekeningen.
,
 onder elkander te onteren Of, in zichzelven.
Copyright information for DutSVVA