Romans 1:26-27

26Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature;
 oneerlijke bewegingen; Grieks bewegingen der oneer; dat is, oneerlijke of schandelijke bewegingen. Want gelijk 1Th 4:4-5 , wij vermaand worden, ons vat te bezitten in ere, dat is onze lichamen te onthouden van onkuischheid, alzo degenen, die zich tot onkuischheid begeven, die onteren zichzelven en hunne lichamen, 1Co 6:18 , voornamelijk die zulke stomme zonden toen bedreven, hetzij dat zij zulks deden, of leden.
27En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende.
 de vergelding van hun dwaling, Dat is, de rechtvaardige straf van hun afgodendienst of het rechte loon. Want de afgodendienst, die geestelijke hoererij is, wordt gemeenlijk van God gestraft met lichamelijke, gelijk men die twee zonden gemeenlijk bij elkander ziet regeren. Zie Num 25:1-2 ; Rev 17:1-2 , enz.
Copyright information for DutSVVA