Romans 1:8-10
8Eerstelijk dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd wordt in de gehele wereld. ▼▼ verkondigd wordt Dat is, ruchtbaar en bekend gemaakt wordt, in de gemeenten van de gehele wereld. Een figuurlijke manier van spreken, die alhier nochtans gegrond is, overmits er uit alle gewesten van de wereld te Rome kwamen, die zulks elk in zijn land konden verhalen.
9Want God is mijn Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke; ▼▼ in mijn geest, Of, met mijnen geest; dat is, van ganser harte.
,
▼▼ in het Evangelie Zijns Zoons, Dat is, in het verkondigen des Evangelies, gelijk vs.1.
10Allen tijd in mijn gebeden biddende, of mogelijk mij nog te eniger tijd goede gelegenheid gegeven wierd, door den wil van God, om tot ulieden te komen. ▼▼ of mogelijk mij nog Of, indien mij nog te eniger tijd een voorspoedige reis gegeven werd door den wil Gods, dat ik tot u mag komen.
,
▼▼ door den wil van God, Grieks in den wil Gods. Dit doet hij daarbij, omdat hij in het verbreiden des Evangelies de orde volgde, die hem God door Zijnen Geest voorschreef; Act 16:7 , Act 16:9-10 .
Copyright information for
DutSVVA