‏ Romans 1:9-10

9Want God is mijn Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke;
 in mijn geest, Of, met mijnen geest; dat is, van ganser harte.
,
 in het Evangelie Zijns Zoons, Dat is, in het verkondigen des Evangelies, gelijk vs.1.
10Allen tijd in mijn gebeden biddende, of mogelijk mij nog te eniger tijd goede gelegenheid gegeven wierd, door den wil van God, om tot ulieden te komen.
 of mogelijk mij nog Of, indien mij nog te eniger tijd een voorspoedige reis gegeven werd door den wil Gods, dat ik tot u mag komen.
,
 door den wil van God, Grieks in den wil Gods. Dit doet hij daarbij, omdat hij in het verbreiden des Evangelies de orde volgde, die hem God door Zijnen Geest voorschreef; Act 16:7 , Act 16:9-10 .
Copyright information for DutSVVA