Romans 10:3

3Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen.
 de rechtvaardigheid Gods Dat is, die God in het Evangelie geopenbaard heeft, en die ons God door Christus schenkt; 2Co 5:21 ; Phi 3:9 .
,
 hun eigen gerechtigheid Namelijk door hun eigen werken, of door de gehoorzaamheid der wet; waarin zij nochtans verre tekortkomen, gelijk bewezen is van alle mensen, Rom 3 , en van Abraham en David, Rom 4 .
,
 op te richten, Grieks, te stellen. Hier wordt de vermetelheid van het menselijk gemoed betekend, dat zijn eigen gerechtigheid voor God staande wil houden, gelijk de Farizeën; Luk 18:11-12 .
,
 niet onderworpen Dat is, willen zichzelven die niet onderwerpen; en daarom kunnen zij tot de gerechtigheid, die voor God bestaat, niet komen; gelijk Rom 8:7 .
Copyright information for DutSVVA