Romans 10:6-8

6Maar de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen.
 spreekt aldus Dat is, luidt aldus; of van dezelve wordt aldus gesproken; Deu 30:11-12 .
,
 Zeg niet Sommigen menen dat deze woorden eigenlijk van de bevelen des geloofs door Mozes gesproken zijn, alzo hij even tevoren gehandeld had van de besnijdenis des harten en ware bekering, welke eigenlijk beloften zijn des Evangelies en niet der wet. Anderen menen omdat Paulus niet zegt: Mozes spreekt aldus, maar: de gerechtigheid uit het geloof spreekt aldus, dat deze drie verzen van Paulus bij toepassing op het geloof toegepast worden, alzo hij ook enige woorden uitlaat en enige daarbij doet; in dezen zin: Indien Mozes van de geboden der wet dit gezegd heeft, veel meer mag het gezegd worden van de beloften en bevelen des Evangelies, die niet alleen licht zijn om te verstaan, gelijk de wet, maar ook lichter zijn om na te komen, door de kracht van Gods Geest, die door het Evangelie het geloof in ons werkt; Gal 3:2 .
,
 in uw hart Namelijk als twijfelende, waar gij den weg der zaligheid zult zoeken en vinden.
,
 Wie zal in den hemel opklimmen? Namelijk om ons vandaar te halen den wil van God van onze gerechtigheid en zaligheid.
,
 Hetzelve is Christus Namelijk bij ons, Christenen, zoveel alsof wij ontkenden dat Christus eens van den hemel nedergedaald is om ons dien weg te openbaren en de gerechtigheid te verwerven; en dat Hij nog eens daartoe moest afdalen.
7Of, wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen.
 in den afgrond nederdalen? Namelijk om daar te zien hoe wij uit den hel zouden kunnen verlost worden en die kennis daarvan halen.
,
 Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen Dat is, even zoveel alsof men wilde dat Christus, om ons te verlossen, de smarten des doods en der hel nog eenmaal zou moeten lijden, en alzo daaruit opstaan; hetwelk hij nu eens gedaan heeft, en ons genoeg geopenbaard is.
8Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken.
 wat zegt zij? Namelijk de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, gelijk voren, vs.6, daar hij maar geantwoord heeft wat zij niet zegt, maar nu antwoordt hij wat zij zegt.
,
 Dit is het Woord des geloofs, Dat is, des Evangelies, door hetwelk wij tot het geloof worden vermaand en gebracht; Rom 1:16 .
,
 wij prediken Namelijk apostelen, als getuigen en boodschappers van Christus in Zijnen naam; 2Co 5:20 .
Copyright information for DutSVVA