Romans 11:4
4Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben. ▼ , ▼ , ▼▼ mannen Dat is, mensen, waardoor ook zonder twijfel vrouwen waren.
,
▼▼ overgelaten, Dat is, doen overblijven, of gemaakt dat zij overgebleven zijn, door mijne genade hen behoudende dat zij niet in afgoderij gevallen zijn.
,
▼
,
▼▼ Baäl niet gebogen hebben Dit woord betekent iemand, die over anderen macht en gebied heeft, gelijk de man over de vrouw en een heer over zijnen knecht; en met dezen naam werd genaamd een afgod der Babyloniërs, Moabieten en Samaritanen; Num 22:41 ; 1Ki 16:31-32 ; 2Ki 10:26 ; Jer 11:13 ; Hos 2:12 , Hos 2:16 .
Copyright information for
DutSVVA