Romans 11:4

4Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben.
 het Goddelijk antwoord? Of, de goddelijke openbaring. Zie Mat 2:12 , Mat 2:22 ; Luk 2:26 .
,
 zeven duizend Dat is, enige duizenden. Hebreeuws. Gen 33:3 ; Psa 12:7 .
,
 mannen Dat is, mensen, waardoor ook zonder twijfel vrouwen waren.
,
 overgelaten, Dat is, doen overblijven, of gemaakt dat zij overgebleven zijn, door mijne genade hen behoudende dat zij niet in afgoderij gevallen zijn.
,
 de knie voor het beeld Namelijk om godsdienstige of enige andere eer te bewijzen; Exo 20:5 ; Phi 2:10 .
,
  Baäl niet gebogen hebben Dit woord betekent iemand, die over anderen macht en gebied heeft, gelijk de man over de vrouw en een heer over zijnen knecht; en met dezen naam werd genaamd een afgod der Babyloniërs, Moabieten en Samaritanen; Num 22:41 ; 1Ki 16:31-32 ; 2Ki 10:26 ; Jer 11:13 ; Hos 2:12 , Hos 2:16 .
Copyright information for DutSVVA