Romans 11:4-5

4Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben.
 het Goddelijk antwoord? Of, de goddelijke openbaring. Zie Mat 2:12 , Mat 2:22 ; Luk 2:26 .
,
 zeven duizend Dat is, enige duizenden. Hebreeuws. Gen 33:3 ; Psa 12:7 .
,
 mannen Dat is, mensen, waardoor ook zonder twijfel vrouwen waren.
,
 overgelaten, Dat is, doen overblijven, of gemaakt dat zij overgebleven zijn, door mijne genade hen behoudende dat zij niet in afgoderij gevallen zijn.
,
 de knie voor het beeld Namelijk om godsdienstige of enige andere eer te bewijzen; Exo 20:5 ; Phi 2:10 .
,
  Baäl niet gebogen hebben Dit woord betekent iemand, die over anderen macht en gebied heeft, gelijk de man over de vrouw en een heer over zijnen knecht; en met dezen naam werd genaamd een afgod der Babyloniërs, Moabieten en Samaritanen; Num 22:41 ; 1Ki 16:31-32 ; 2Ki 10:26 ; Jer 11:13 ; Hos 2:12 , Hos 2:16 .
5Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.
 in dezen tegenwoordigen tijd Namelijk van de prediking des Evangelies.
,
 een overblijfsel geworden, Dat is, God heeft nog enige Joden laten overblijven, die het Evangelie niet verwerpen maar aannemen, en krachtiglijk geroepen zijn; die maar voor een overblijfsel tot overschot mogen gerekent worden, ten aanzien van de grote menigte dergenen, die het verwerpen en ongelovig blijven.
,
 naar de verkiezing der genade Dat is, de genadige verkiezing, namelijk die uit enkel genade van eeuwigheid ter zaligheid zijn verkoren, en in den tijd krachtiglijk geroepen; Rom 8:30 .
Copyright information for DutSVVA