Romans 13:11

11En dit zeg ik te meer, dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst geloofd hebben.
 dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, Dat is, alzo wij nu niet meer ongelovig zijn, gelijk wij in voortijden waren, zijnde in den duisteren nacht der onwetendheid, Eph 4:18 ; Col 1:13 ; 1Jo 2:8 , maar alzo Christus de Zon der gerechtigheid, Mal 4:2 , en het licht der wereld, Joh 8:12 , ons nu verschenen is.
,
 den slaap opwaken; Namelijk der zonden; Eph 5:14 ; 1Th 5:6 .
,
 de zaligheid Of, onze zaligheid is nu nader; dit is, de prijs onzer hemelse roeping in Christus Jezus, waar wij naar lopen en jagen, 1Co 9:24-25 ; Phi 3:14 , welke is het einde onzes geloofs; 1Pe 1:9 .
,
 is ons nu nader, Dat is, wij zijn nu voor onzen Christelijken loop dezelve nader bijgekomen, om dezelve haast te grijpen, Phi 3:12 ; 1Ti 6:12 ; en daarom moeten wij niet verflauwen om dezen Christelijken loop te voleindigen, 2Ti 4:7 , alzo het grote schande en schade zou zijn, dat wij, zo nabij gekomen zijnde, door verflauwen of afwijken dezelve niet zouden verkrijgen. Want hoe nader iemand aan den prijs komt, hoe sterker hij behoort te lopen.
,
 toen wij eerst geloofd hebben Dat is, toen wij eerst tot het geloof in Christus geroepen en bekeerd zijn.
Copyright information for DutSVVA