Romans 16:7

7Groet Andronikus en Junias, mijn magen, en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn.
 mijn magen, Dat is, Joden van mijne maagschap.
,
 medegevangenen, Dat is, die ook mede, gelijk als ik, om des Evangelies wil gevangen zijn geweest; Col 4:10 ; Phm 1:23 .
,
 de apostelen, Dat is, onder degenen, die het Evangelie hier en daar prediken. Want dit woord wordt niet alleen den twaalf apostelen bijzonder toegeschreven, maar ook somwijlen anderen leraars; zie 2Co 8:23 . Of, wel bekend, bij de apostelen.
,
 voor mij Dat is, eer ik bekeerd ben geweest.
,
 in Christus geweest zijn Dat is, tot den Christelijken godsdienst zijn bekeerd geweest.
Copyright information for DutSVVA