Romans 2:20
20Een onderrichter der onwijzen, en een leermeester der onwetenden, hebbende de gedaante der kennis en der waarheid in de wet. ▼▼ der onwetenden, Grieks der onmondige kinderen; dat is, die van kleine wetenschap zijn, gelijk kinderen;
Mat 11:25 ;
1Co 13:11 .
,
▼▼ de gedaante der kennis Grieks morphosin; dat is, een gezette wijze of gestalte van kennis; of een schijn, en niet een waarachtig wezen van kennis. Zie
2Ti 3:5 .