Romans 2:28-29

28Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is;
 is niet een Jood, Dat is, een rechte of waarachtige Jood, die erfgenaam is van de beloften des verbonds, den vaderen gedaan.
,
 in het openbaar is; Dat is, van afkomst uit Abraham door Juda, en die uitwendige belijdenis van het Jodendom doet.
,
 de besnijdenis, Dat is, de rechte of ware besnijdenis, die God in Zijn woord voornamelijk eist, en hem ter zaligheid aangenaam is.
29Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.
 een Jood, Dat is, een rechte en ware Jood, gelijk voren.
,
 de besnijdenis des harten, Dat is, de ware bekering en vernieuwing des harten; Col 2:11 .
,
 in den geest, Dat is, in het hart en gemoed; of door den Heiligen Geest, die alleen de harten besnijdt. Hetwelk met het volgende woord letter overeenkomt.
,
 in de letter, Daardoor verstaat Paulus de uitwendige geboden der wet alleen; gelijk door den geest de inwendige werking des Heiligen Geestes in de predikatie des heiligen Evangelies. Zie 2Co 3:6 .
,
 wiens lof Namelijk lof van den Jood, niet waar hij door roemt, maar waarmede hij terecht geroemd en geprezen wordt.
,
 niet is uit de mensen, Dat is, zijn oorsprong niet heeft uit des mensen krachten of werken.
,
 maar uit God Namelijk die zulks in hem door zijnen Geest gewrocht heeft; Rom 9:16 ; 1Co 3:7 , en 2Co 4:6 .
Copyright information for DutSVVA