Romans 4:19-21

19En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was.
 niet aangemerkt, Namelijk om uit de aanmerking der zwakheid in zijn betrouwen verzwakt, te worden. Want anderszins heeft hij zelfs zijnen ouderdom en den ouderdom van Sara God voorgehouden; Gen 17:17 .
,
 dat de moeder Grieks de verstorvenheid der baarmoeder van Sara.
20En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer;
 aan de beloftenis Gods Dit is het andere steunsel van het geloof van Abraham, namelijk de verzekerdheid die hij had van Gods trouw en standvastigheid in zijne beloften; Heb 6:17-18 .
,
 gevende God de eer; Dat is, hiermede betonende te geloven dat God kon en zou doen hetgeen Hij beloofd had; en heeft alzo verzegeld dat God waarachtig is; Joh 3:33 .
21En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen.
 machtig was te doen Namelijk al scheen het tegen alle menselijke rede te zijn.
Copyright information for DutSVVA