Romans 5:17-19

17Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus.
 dien enen, Namelijk eersten Adam, gelijk voren.
,
 ontvangen, Of, aannemen, namelijk door het waar geloof; Joh 1:12 .
,
 in het leven heersen Dat is, dezes geestelijken levens deelachtig zijnde, de overhand hebben over de zonde en schuld derzelve, Gal 2:19-20 ; Eph 2:5-6 , en hierna des eeuwigen levens deelachtig worden, gelijk vs.21 nader verklaard wordt.
18Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens.
 tot verdoemenis; Dat is, hen in zulken staat gebracht, waarin zij voor God verdoemelijk zijn; Rom 3:19 ; Eph 2:1 , Eph 2:3 .
,
 rechtvaardigheid Grieks dikajoma. Alzo noemt hij de gehoorzaamheid van Christus, omdat zij de kracht heeft om ook anderen te rechtvaardigen, gelijk het Griekse woord hier medebrengt; en wordt gesteld tegen de overtreding van Adam, in welke ook de kracht was om anderen tot zondaars te maken, vs.19.
,
 over alle mensen Namelijk die in Hem geloven; of die deze gave aannemen, vs.17.
19Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden.
 Want gelijk door de ongehoorzaamheid Hier besluit de apostel de gelijkenis van Adam en Christus; namelijk dat, gelijk de ongehoorzaamheid van Adam ons toegerekend wordt tot schuld der verdoemenis, alzo Christus' gehoorzaamheid ons toegerekend wordt tot ontslaging van die schuld. Het is wel waar dat gelijk wij door Adams eerste misdaad niet alleen schuldig zijn geworden aan dezelve en aan de straf van dien, maar ook onze natuur daardoor verdorven is geworden, dat alzo wij door Christus' gehoorzaamheid niet alleen van de straf verlost zijn, maar ook door de kracht derzelve van Zijnen Geest in ons gemoed vernieuwd en geheiligd worden; doch daarvan heeft de apostel tot nog toe niet gesproken, maar begint daarvan te spreken in het volgende. En deze vernieuwing is in dit leven ook geheel onvolmaakt, gelijk hij met zijn eigen voorbeeld zal bewijzen in Rom 7 , zodat wij daardoor voor God niet rechtvaardig kunnen gesteld worden.
Copyright information for DutSVVA