Romans 7:8-9

8Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.
 de zonde, Dat is, de verdorvenheid die in ons is.
,
 oorzaak genomen hebbende Of, gaande geworden zijnde. Want de wet ontdekt en verdoemt niet alleen de zonde, gelijk in vs.7 is betuigd, maar de verdorvenheid, die in den mens is, wordt door deze kennis verwekt en gaande gemaakt tegen het gebod, wanneer Gods Geest hetzelve niet belet.
,
 alle begeerlijkheid gewrocht; Dat is, allerlei soort van dadelijke begeerlijkheid.
,
 zonder de wet is de zonde Dat is zonder de rechte kennis der wet.
,
 dood Dat is, toont hare kracht zo niet.
9En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.
 zo leefde ik Of, was ik levend; dat is, ik meende dat ik rechtvaardig was en was daarop gerust. Zie dergelijk voorbeeld in dien jongeling Mat 19:16-18 , enz., en in de Farizeën in het algemeen; Mat 23:28 .
,
 eertijds; Namelijk nog een Farizeër zijnde.
,
 als het gebod gekomen is, Namelijk tot mijne rechte kennis, en dat ik verstond dat ook de inwendige begeerten tegen de wet zonde zijn.
,
 levend geworden, Dat is, ik heb de menigte der zonde, die in mij wakker geworden was, levendig gevoeld.
,
 doch ik ben gestorven Dat is, ik ben in mijn gemoed overtuigd, dat ik midden in den dood lag, en heb den moed verloren van door de gehoorzaamheid der wet te kunnen behouden worden; Rom 4:15 ; 2Co 3:6-7 , 2Co 3:9 .
Copyright information for DutSVVA